donderdag 27 mei 2010

Afscheid

Ik haat afscheid nemen. Sterker nog, ik kan niet eens weg gaan. Op mijn werk blijf ik vaak nog te lang hangen om met collega's te praten terwijl ik eigenlijk gewoon naar huis moet. Ik heb eigenlijk nooit zin om op vakantie te gaan en mijn huis, kat en vrienden achter te laten, maar wil als ik dan weg ben ook nooit meer terug. Vrienden die in het buitenland wonen kunnen mij met hun laatste avond borrel altijd diep melancholisch maken. Avonden in de kroeg lopen altijd uit op dronkenschap omdat het te gezellig is om weg te gaan en ik zing al jaren in hetzelfde koor omdat ik me niet kan voorstellen hoe de donderdagavond er zou uit zien zonder repetitie (en omdat het fijn is om te zingen natuurlijk). Afscheid nemen van Grote Dingen, zoals mensen, relaties (vaak aan elkaar verbonden), vriendschappen (idem) en huizen, vind ik zo mogelijk nog erger. De dreiging van een naderend afscheid kan me wekenlang een onbestemd gevoel geven.
De grap is: als het afscheid achter de rug is, weet ik vaak niet meer waarom ik er nou zo tegen op zag. Als de deur achter me is dicht gevallen heb ik zin in de reis, wanneer ik uiteindelijk een nummer uit mijn telefoon wis, heb ik me bij het feit neergelegd en zeker wat huizen betreft blijkt dat je er eigenlijk alleen maar op vooruit kunt gaan.

Vandaag neemt Ernst afscheid. Van het podium. Voor Altijd. Of in ieder geval voorlopig. Hij heeft zo'n veertien jaar gespeeld, en daarbij in stad en land mensen ontroerd, maar gaat nu een hele andere kant op en keert terug naar zijn oorspronkelijke studie, medicijnen. Het lijkt mij verschrikkelijk om te weten dat het applaus van deze avond het laatste applaus zal zijn. De laatste keer de routineuze voorbereidingen, de laatste keer de verwachte lach horen, de laatste keer buigen en de laatste keer de nazit in de kroeg. Het zal vast een mooie avond worden, die hopelijk heel laat eindigt. Afscheid is rekbaar.

Zijn afscheid is echter ook voor anderen een afscheid. Zonder ons, vrienden, fanschare, theaterbezoekers, te raadplegen kiest hij er zomaar voor om te verdwijnen. Wat ik persoonlijjk dan in ieder geval een verdrietig afscheid vind. Mij gaf hij veertien jaar lang een avond per jaar de magie van zijn verhalen en de ontroering van zijn liedjes, die nu alleen nog maar van cd te horen zullen zijn. Gelukkig zijn de meeste dingen niet definitief. De Police kwam weer samen om te spelen, net als Take That en NKOTB. Dus wie weet, komt er ook een dag waarop Ernst weer gaat ontroeren in theaterzalen. Mocht dat nou niet het geval zijn, dan word ik hypochonder, zodat ik vaak naar de dokter moet. Ik weet nu al welke liedjes zeker een medicinale werking zullen hebben...

donderdag 20 mei 2010

Geur

Het zal wel aan de lente liggen. Bloemetjes komen uit, bomen bloesemen, gras moet weer eens gemaaid worden. Het lijkt wel alsof mijn neus na deze koude en lange winter ook weer langzaam open gaat. Maanden lang werd hij van onderen verborgen achter sjaals en collen van truien, of van bovenaf door hoeden en petten die ik tot diep over mijn ogen trok om de sneeuw en regen te weerstaan. Tijdens mijn tripje naar Marokko eind maart, werd hij bruut en zonder voorbereiding opeens weer blootgesteld aan de wereld, en wat voor een. Geuren van vuurtjes langs de weg, zoete muntthee en dampende tajines kwamen hem tegemoet en deden hem duizelen.
Nu ontwaakt ook Nederland langzaam uit een alles verdovende geurloze winterkou en komen naast bovengenoemde bloesems ook allerlei andere geuren mijn neus bekriebelen en verleiden. De weeïge geur van het opgestapelde vuilnis bijvoorbeeld, die de afgelopen week de stad kleurde. Of de deodorant van een frisse collega. Het geurtje van een meisje dat langs me fietst, de indringende geur van de zwerver voor me in de rij bij de Albert Heijn.
Al die geuren slepen me van de ene emotie naar de andere: walging, verlangen, medelijden, levenslust, het komt allemaal in hoog tempo iedere dag langs razen. Alle waarnemingen worden intenser door de toevoeging van geur. En niet alleen bij mij, zo bleek. Vorige week werd ik door een redelijk onbekende aangesproken op het geurtje dat ik zelf droeg. "Het is heel subtiel, maar als je het dan ruikt is het intens," zo zei hij. Mijn eerste gedachte, die gezien de situatie niet geschikt was, heb ik braaf ingeslikt, in plaats daarvan bedankte ik hem voor zijn gedetailleerde observatie. De dag erna heb ik wel direct nog een flesje van het bewuste geurtje gekocht. Daar kan je tenslotte niet genoeg van in huis hebben.

dinsdag 18 mei 2010

Tourists

Aan het einde van het vorige jaar besloot ik dat ik nog even wilde wachten met het nieuwe decennium. Ik had er om verschillende redenen nog niet zo'n zin in, en bedacht me dat het eigenlijk je reinste onzin is je te conformeren aan de massa. Als anderen in een put zouden springen zou ik tenslotte ook niet... Ik vierde dus geen uitbundig oud en nieuw en sloeg alle uitnodigingen voor feestjes met drank en gezelligheid af. Al kon ik moeilijk om het feestgedruis van mijn buren heen en dus keek ik vanachter mijn raam als een kluizenaar nippend aan een glas wijn naar het vuurwerk.
Terwijl de meesten op 1 januari nog onder warme dekens met een roes het nieuwe jaar stuk sliepen, begon ik alvast mijn enige goede voornemen uit te voeren. Wat dus een goed voornemen in algemene zin was, aangezien het in dit geval niet gekoppeld was aan een nieuw jaar. Aangezien het overigens ook al het enige voornemen van het voorgaande jaar was, was het eigenlijk gewoon nog een oud voornemen, maar dan in een nieuw jasje.
Hoe het ook zij. Met dit voornemen in mijn achterhoofd stapte ik de koude winterochtend in, gewapend met filmcamera, fotocamera en notitieboekje. Een verlate mededeling aan iedereen die pas om vijf uur uit bed kroop om tussen flessen champagne en lege borden waar ooit toastjes op lagen nog naar iets eetbaars te zoeken: het was koud die dag. En ook de dagen erna. En er waren veel mensen op straat. Wat me enerzijds verbaasde, maar anderzijds erg gelukkig maakte, want dat was precies wat ik zocht: toeristen. Ik wilde hen namelijk wat vragen stellen...
En zo leidde drie dagen met bevroren vingers op 'rec' drukken, wildvreemde mensen aanspreken en koffie drinken met schattige meisjes uit Mexico, uiteindelijk tot onderstaand resultaat, dat ooit op een onbewaakt moment als idee door mijn hoofd geflitst was.



(Of klik hier om het filmpje op youtube te bekijken)

Oud en nieuw heb ik overigens half april gevierd, met sterretjes en bubbels en twaalf druiven, op een dakterras op de Wallen. Je kunt tenslotte niet teveel achter blijven lopen.

vrijdag 14 mei 2010

Flight of the Conchords

Ik zat na een prachtige voorstelling in de kroeg nog na te praten met wat vrienden toen een van hen opeens een jongen aan de andere kant van het café opmerkte. Nu zaten we in een kroeg die op zaterdagavond altijd vol zit met meer en minder bekende mensen, dus kijk je niet echt meer op als iemand binnenkomt. Deze jongen viel echter buiten het scala aan bekende theatermensen, hij was namelijk internationaal bekend. Daarom viel hij ook op, omdat hij niet gewoon bekend was. Hij was internationaal bekend. Voor een beperkt aantal mensen, dat wel, maar toch.
Een van mijn tafelgenoten boog zich naar me toe en wees naar de jongen. Licht fluisterend, wat verder onnodig was aangezien we in een drukke kroeg zaten en de jongen meters bij ons vandaan zat, maar waarschijnlijk omdat de spanning hem teveel werd, zei hij: 'herken je die jongen?'.
Ik keek. Even. Snel. En toen nog een keer. En ik wist: dat is Niet Bret. Nu is Niet Bret niet zijn naam, maar zijn compaan heet Bret, en dit was die ander en dat was dus Niet Bret. Gelukkig wist een andere tafelgenoot zijn echte naam: Jemaine. Al wist ik toen nog niet dat je dat zo schreef.
Jemaine zat aan tafel, met naast hem Nigel, maar dat wist ik later pas, dat die andere jongen Nigel heette. Twee dagen later kwam ik er achter dat hij ook meespeelde met de band, en dat hij in zijn eentje het hele Nieuw Zeelandse Symfonieorkest moest voorstellen. Wat hij overigens aardig deed. Jemaine en Nigel dronken een biertje en wisselden soms wat woorden met elkaar. Verder keken ze de kroeg in, waar heel veel meer en minder bekende theatermensen voor hen totaal onbekenden speelden.
Toen ze aanstalten maakten om hunsweegs te gaan, wat later gewoon het chique hotel om de hoek bleek te zijn, trok ik mijn stoute schoenen aan en liep op hen af. Ik vertelde Jemaine dat ik hem leuk vond. En Bret ook. De combinatie van hen beide eigenlijk vooral. En dat ik het zo jammer vond dat hun concerten binnen onwaarschijnlijk korte tijd waren uitverkocht. Ik vroeg hem of ze soms heel veel belangrijke sponsoren hadden, maar hij dacht het niet. Hij verontschuldigde zich voor de gang van zaken en zei dat hij me wellicht op een lijst zou kunnen zetten. In diep ongeloof, maar nooit te bang om een kans te grijpen gaf ik hem mijn nummer.















Twee dagen later liep ik met twee biertjes in mijn hand door het gangpad van een afgeladen zaal in de Melkweg. Het meeste publiek had al lang daarvoor een goede plaats proberen te bemachtigen, maar voor de mensen van de gastenlijst waren stoelen op de tweede rij gereserveerd. Jemaine en Bret speelden zo'n twee uur, en ik zat twee uur lang met een grote grijns op mijn gezicht te kijken.
Het gaat om de momenten waarop de tijd even stil staat en dit was er zo een. Ik denk niet dat Jemaine dat wist, of in gedachten had toen hij mij twee plaatsen aanbood, maar dit had het wel tot gevolg: dat op een druilerige maandagavond in Amsterdam de tijd even stil stond.

zondag 9 mei 2010

High 3: NUHR

Ik word high van mooie voorstellingen, van ontroerende films, van bijzondere concerten. Maar wat ik helemaal vergeten was, is dat ik ook high word van zelf op een podium staan. Ooit, lang geleden, droomde ik ervan om mensen te kunnen ontroeren op een manier die mij ook ontroerde: door mooie beelden te maken, liedjes te zingen die tranen zouden doen opwellen, of grappige scènes te spelen. De magie van het moment, dat je als speler creëert met het publiek dat je die avond komt bezoeken, was het hoogste streven.
Zoals dat soms gaat met dromen, vervloog deze na een tijdje. Omdat er praktische bezwaren waren en omdat er teveel stemmen in mijn hoofd zeiden dat ik hem moest laten gaan. Dus ging ik op zoek naar andere manieren om te ontroeren. De weinige keren dat ik op een podium sta ben ik echter steeds weer verrast door wat het met me doet.

Vorige week ging ik naar de lezing van de nieuwe voorstelling van NUHR, voorheen NIet uit het raam. Drie mannen, een tafel, twee lampjes, pruiken, een politiepet, een doktersjas en vijf scripts. Vijf? Ja, want ook Eddie Wahr en Kees van der Vooren spelen mee. Eddie zat in de zaal, Kees was niet aanwezig.
De mannen lazen het script voor. Eddie leende een leesbril en deed zijn zin. De lichtman probeerde een sfeerlichtje tijdens een spiksplinternieuw lied. En Kees? Kees was er niet. Kees moest gespeeld worden door een vrouw. Of ik Kees wilde spelen?
Tuurlijk. Ik mocht drie keer het podium opklimmen om wat zinnetjes voor te lezen. En telkens weer voelde het geweldig. Al waren het korte zinnetjes en al stelde het niets voor. Mijn oude droom kwam weer om de hoek kijken. De energie, de spanning, het licht en het publiek. Ik voelde plotseling weer die oude verlangens omhoog komen.

Wat ik verder mee ga doen? Niets, vooralsnog. Ik heb zoveel verschillende dromen dat ik me maar op een paar kan focussen. Maar het is goed om te weten dat hij er nog is. Dromen sterven nooit.

Voor mensen die NUHR niet kennen:

woensdag 5 mei 2010

High 2: Jakop

Wat krijg je als je David Lynch, Freud, acht geweldige dansers en Alamo Race Track bij elkaar zet? Dan krijg je Innenschau, de nieuwste voorstelling van Jakop Ahlbom. Hij is al lang niet meer nieuw, deze voorstelling, sterker nog, als je hem nog wil zien zul je tussen 27 en 31 juli naar Salzburg moeten gaan. Aangezien ik echter pas een voorstelling zie als die in Amsterdam speelt, was het voor mij nog nieuw.
Voor aanvang van de voorstelling zat ik in de nog verlichte zaal te verkondigen dat ik niet zo van Toneelgroep Amsterdam houd, onder andere door de grote hoeveelheid onfunctionele naaktheid in ieder stuk. "Andere makers en theatergroepen hebben dat niet nodig," zo sprak ik zelfs. Het zaallicht dimde, de spot op het podium ging aan en daar zagen we een stelletje onder een dun laken seks hebben. Ik zakte al lichtelijk beschaamd ietsje dieper weg in mijn stoel. Daar ging mijn statement. Daar bleef het echter niet bij: het stelletje had nog zeker twee keer seks, en verder was er ook genoeg ander naakt te zien. Allemaal hartstikke functioneel natuurlijk.

De voorstellingen van Jakop zijn echter veel meer dan de hierboven beschreven scène. Jakop maakt cadeautjes voor het oog. Prachtige beelden, bewegingen en situaties. In zijn voorstellingen verdwijnen mensen zomaar. Het ene moment zie je ze, het andere zijn ze weg. Deze keer bestond het decor uit verrijdbare kasten, die me deden denken aan tekenfilms als Alice in Wonderland en Belle en het beest. Dode dingen die tot leven lijken te komen en zich in het verhaal gaan mengen.
Jakop neemt je mee naar een wereld waarin alles mogelijk is. Waarin je niet meer weet wanneer je in wiens droom of gedachten zit. Een wereld waarin je je ongemakkelijk maar ook behaaglijk kan voelen. Die fijn herkenbaar en angstaanjagend vreemd is. Hij toont je een wereld die je nog lang niet wilt verlaten als na anderhalf uur het licht weer aan gaat.

dinsdag 4 mei 2010

High 1: Roemer

Soms heb je van die dagen dat je de rest van de wereld vergeet. Ik in ieder geval wel. Nou ja, misschien geen dagen, maar momenten dan. Momenten waar je helemaal kunt opgaan in het NU, om die zweefterm maar weer eens uit de kast te halen (waar ik overigens wel naar streef, dat nu). Soms heb ik niet eens door hoe ik erin ben gekomen. Dan merk ik pas achteraf dat ik al heel lang in zo'n moment zat. Om dan vervolgens teleurgesteld te moeten concluderen dat het dus weer voorbij is, want dat is zo, als je je realiseert dat het zo is. Of was dus. Voor mij voelt het alsof ik high ben. Letterlijk. Alsof ik zweef. Ik voel niets meer van de buikpijn die ik had, ik ben de stress van die dag vergeten. Ik zweef een stukje boven de grond en de wereld is opeens mooi.

Ik hoef geen drugs te nemen om in deze bijzondere staat van zijn te komen. Een donkere zaal met een lichtje op het podium werkt meestal al uitstekend. Of een fijn café met dierbare vrienden. Een draaiende camera in mijn hand. Een avond zingen met vierentwintig mensen. En meer van dien.

De afgelopen weken viel ik van het ene moment in het andere. En aangezien al die momenten nog steeds door mijn gedachten dwarrelen, ga ik eens even de tijd nemen om ze te ordenen.

Ik begin deze keer met Roemer.
Roemer zingt liedjes, en vertelt zo zijn verhaal. Alleen leeft Roemer in een soort hinkstapsprong, waarbij hij je binnen twee zinnen van het ene onderwerp naar het andere trekt, zonder dat daar ook maar enig logisch verband tussen lijkt te bestaan. Het mooie is dat je meegaat met hem. Je kan niet anders. Nog mooier is dat het, op het moment zelf, namelijk ook volkomen logisch lijkt allemaal, waardoor je je pas achteraf realiseert dat je binnen één liedje wel vijf verschillende werelden hebt betreden. Daarnaast kan Roemer ook geweldig goed heel veel woorden in één zin stoppen en daarbij het ritme volledig uit het oog verliezen. Maar ook dat klopt, want die woorden moeten nu eenmaal in die zin. Het is allemaal heel logisch.
Roemer liet me zweven, tijdens de voorstelling, maar ook nog daarna, met in mijn hoofd een prachtige lofzang op de nieuwbouwwijken van Hoofddorp en tiramisu.

zaterdag 1 mei 2010

Concert

Vorig jaar eind mei zong koor Convivium, ooit ontstaan uit het Particolartekoor, op in het bos bij de Soesterduinen.
Het was een magische avond, waar ik al eerder een keer over geschreven heb.
Nu is er echter een goede reden om nog een keer de aandacht op ons opreden te vestigen: youtube filmpjes! Iemand in het publiek (werkelijk geen idee wie) heeft de moeite genomen om dit totaal onfilmbare evenement (want 's avonds in een bos, dus donker, dat kan geen camera aan) op te nemen.
Zet je dus even over het feit heen dat je niemand daadwerkelijk kunt zingen, probeer van de kaarsjes en de muziek te genieten en realiseer je dat het daadwerkelijk in een bos is! Zelfs met piano!

Op 29 mei as zingen we weer, ditmaal in de Posthoornkerk op de Haarlemmerstraat. Wees welkom!