maandag 29 september 2008

Mixed feelings

Ik zal maar beginnen met het bekennen van mijn slechte inpak skills. Ik heb bij mijn voorbereiding vooral gelet op de coolheid van mijn kleren, voor zover ik die heb. Dus ook coole schoenen. Je gaat natuurlijk niet op flinke wandelschoenen door New York lopen..
Los van het feit dat mijn coole schoenen een stuk minder fijn zijn om kilometers op te lopen iedere dag (wat ik doe), blijken ze ook niet helemaal waterdicht te zijn. Dat is bij een buitje niet zo erg, maar wel als het drie dagen regent.
Dus gisteren ging ik op schoenenjacht. En ik hoopte dat dat leuk zou zijn. Maar dat is het in Nederland niet en dus ook niet in New York. Ik geloof dat ik zowat iedere schoenenzaak op Broadway tussen Union Square en Canalstreet van binnen heb gezien (en geloof me, dat zijn er veel), maar er zat niets van mijn gading tussen.
Enerzijds ben ik erg blij met het feit dat ik de meeste schoenen in de rekken sowieso voorbij kan lopen: te hoge hakken. Dat maakt de keuze iets makkelijker. Maar aan de andere kant zou ik willen dat ik er in paste, want jee, wat heb ik veel fijne en mooie schoenen gezien. Gelukkig maar dat ze niet pasten, anders had ik ze allemaal gekocht!
Na uren zoeken (en dus pijnlijke voeten) en duizenden exemplaren te hebben gezien, kan ik het nog maar over een ding hebben...

zaterdag 27 september 2008

Eten

Op zich valt het mee met de grootte van de maaltijden hier.
Ik heb tot nu toe nog maar een keer thuis gekookt, maar aangezien ik toch meestal in de stad ben ligt het voor de hand om ergens iets te eten. In de meeste gevallen krijg ik het niet helemaal op, maar er blijft ook niet echt achterlijk achter.
Vandaag ging ik voor de portobello burger die, toen hij voor mijn neus werd geschoven, er verrukkelijk maar ook enorm uit zag. Ik vreesde wederom dat ik dit niet volledig aan kon. Maar na niet al te lange tijd moest ik tot mijn grote verbazing concluderen dat mijn bordje leeg was. En nu vraag ik me in grote angst af of dat gewoon betekent dat ze in deze diner normale porties serveren, of dat ik langzaam gewend begin te raken aan die grote hoeveelheden?

Muzieksmaak

R en ik hebben dezelfde muzieksmaak.
Dat wil zeggen, ik houd erg van zijn muziek, en hij vast ook. En door hem ben ik andere artiesten gaan luisteren, die met hem hebben samengewerkt, dus die hij ook wel goed zal vinden. Dat bleek gisteren maar weer, toen ik 's avonds bij Joan as a Policewoman was in The Bowery Ballroom. Voordat zij begon speelden overigens de Pierces, die ook niet mis zijn. Joan is geweldig. Ik heb haar in mei in de Melkweg gezien, maar daar speelde ze alleen met drummer en bassiste. Deze keer had ze een blaassectie en violisten erbij. Wederom een geweldig concert dus.
Halverwege keek ik om me heen en sloeg mijn hart wederom over. Ik heb denk ik een radar voor hem, want ook nu zag ik hem direct tussen alle mensen staan. BAM! Daar is hij! Deze keer ben ik braaf geweest en heb ik geen aanstalten gemaakt om in de buurt te komen. Ik werd alleen en vooral blij van het feit dat we deel uit maakten van hetzelfde publiek. Dat gebeurt je toch niet zo snel in Amsterdam, dacht ik maar zo.
Natuurlijk zong hij ook nog mee op het liedje dat hij ook op Joans tweede cd begeleidt. En dat was ook weer fijn om te horen.
O o o, stel je toch voor dat je hier woont en dat je dit altijd kan overkomen!

donderdag 25 september 2008

Metro

Gisteren ging ik na het concert nog even naar WIlliamsburgh, om vrienden in een cafe te ontmoeten. Nadat ik met hen gedronken en gedanst had in de hipste buurt van Brooklyn wilde ik rond een uur of twee wel naar huis.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De New Yorkse metro rijdt in principe de hele nacht en stopt meestal, tot grote ergernis van iedereen die er dan nog niet uit hoeft, local: op alle stations.
In mijn geval duurde het even voordat de metro kwam. Wat niet gek is, om 2 uur 's nachts. Maar hierdoor kreeg ik wel het angstige vermoeden dat dit wel eens een lang tripje kon worden. Wat het ook werd.
Ik moest drie keer overstappen en heb er uiteindelijk 2 uur over gedaan om thuis te komen.
Maar ik kreeg hierdoor wel voor het eerst een kijkje achter de mooie New Yorkse schermen. Want in de nacht wordt de metro niet bevolkt door commuters die met hun Ipods of Iphones de weg naar of van werk maken. In de nacht zitten er mensen in de metro die eigenlijk niet ergens naar toe hoeven. Geen huis en geen werk. En die graag een praatje maken. Wat ik gezellig vond, ook al ging het absoluut nergens over.
Een jongen, besmeurd met zwarte vegen en lang haar, had een lange tijd zitten slapen, maar begon nadat hij was wakker geworden aan een tirade over het systeem en de wereld waarbij hij voor ieder normaal woord 'fucking' zei.
Ik vond het een mooi moment. Dat hoort ook bij Amerika, toch?
Vervolgens zag ik dat de Dunkin Donuts op de hoek ook om vier uur 's nachts open is. En dat de man achter de kassa een kopje koffie voor zichzelf had gemaakt.

De man van mijn dromen

Daar was hij dan. De man van mijn dromen.
Hij zat op ongeveer twintig meter afstand, met een vriendin die ik herkende (en ik schaam me, dat ik zijn vrienden herken). Ietsje verderop zat zijn zus, met hun halfzusje, die dan weer momenteel met mijn gastheer muziek maakt. We waren met zijn allen bij het concert van hun vader. Ik had toevallig gelezen van dit concert in een van de vele blaadjes die NY rijk is.
Het was in een minder geslaagde zaal, met veel airco, stom geplaatste tafels en een minimum bestelling van 10 dollar. Aangezien de meeste mensen niet alleen gaan naar dit soort dingen werd ik in eerste instantie achterin geplaatst. Maar uiteindelijk was er een plek aan een tafel met een Schotse familie voor het podium vrij. Ik had al een beetje rondgespeurd naar de familie, want ik wist dat ze ' in town' waren. Halverwege het concert zei de vader dat zijn familie daar zat. En toen zag ik hem. En sloeg mijn hart een slag over.
Zijn hafzusje zong met haar vader mee, en daarna zijn zus. En uiteindelijk ook hijzelf. Op twee meter afstand van waar ik zat.
Na afloop van het concert signeerde zijn vader cd's, maar was er ook een aanloopje bij zijn kinderen. Mensen wilden met hen op de foto, waar ze braaf gehoor aan gaven. Ik keek van een afstandje toe.
Tijdens het concert had ik al een discussie met mezelf gevoerd over het al dan niet aanspreken van een van de familieleden. Vrienden weten dat ik die neiging nogal heb in Nederland. Maar dat is Nederland. En terwijl ik daar stond wilde ik er geen deel van uit maken, maar kon ik ook niet niets doen. Dus ik keek toe. En toen liep hij langs me. Hij raakte zelfs mijn tas aan. En ik zei niets. Hij liep terug (langs me) en nam zijn zus bij de hand. Terwijl ze weer voorbij liepen bedankte ik haar voor haar muziek. Heel snel, tussendoor. Ze lachte beleefd, zei thank you en liep door. En ik voelde me stom. Dat ik er toch deel van had uit gemaakt.
Het concert was overigens geweldig.

dinsdag 23 september 2008

Moma

Als je in New York bent kan je de grote bezienswaardigheden niet overslaan. Dat kan gewoon niet.
Dus gisteren was het Moma-dag. Gelukkig ging ik er naar toe met iemand die niet vies is van educatieve opmerkingen over kunst. Dus terwijl we ons laafden aan Van Goghs, Dali's, Picasso's, Brackes en noem maar even alle namen die je kunt bedenken uit de geschiedenis van de moderne kunst, kreeg ik terloopse opmerkingen over het kubisme en grote Amerikaanse schilders.
Het was best druk, we moesten ons soms letterlijk tussen de groepen kunstgeschiedenisstudenten, toeristen met audiotours tegen hun oor gedrukt en rijke Amerikanen die een tour kregen door wurmen.
Wat me gedurende de drie uur durende wandeling geleidelijk steeds meer ging storen was dat er een groot aantal mensen was dat, in plaats van voor een schilderij stil te staan en het te bekijken, ervoor ging staan, de camera omhoog richtte, een foto maakte en doorliep.
Nu had ik dat vorig jaar in China ook al gezien, maar toen had ik het geweten aan de vreemde Aziatische cultuur, die anders is dan de onze en waar ik niets van hoefde te begrijpen. Maar nu dus dit. Wij doen het ook. En ik begrijp het niet.

Zondag

Op zondagochtend ga ik na een kopje thee op pad.
Met de train (metro) ga ik naar Brooklyn Heights, de buurt waar ik later, als ik groot ben, ga wonen. Ik zwerf door de brede straten, maak foto's van Manhattan aan de overkant van het water en lunch met een large latte and wafels. Op het terras lees ik in de New York Times Sunday edition onder andere over de come-back van de Muppets die door Disney opnieuw in de markt worden gezet (de kinderen van tegenwoordig schijnen niet te weten wie Miss Piggy is).
Na de lunch loop ik door naar Dumbo, het gebied onder de Brooklyn Bridge om rond half vier de train naar Manhattan te nemen. Naar Bryant Park om precies te zijn, want daar heb ik afgespoken met Fen, die in het CREA Cafe werkt. We drinken koffie in het park en checken op het wireless internet (want tuurlijk heb ik mijn laptop bij me) de mail. Daarna gaan we richting East Village, waar we met wat andere mensen gaan eten, om uiteindelijk te eindigen in een kroeg waar een band veel lawaai maakt.
Met andere woorden: zo'n typische zondag.

zaterdag 20 september 2008

Kont

Ik loop in Brooklyn langs een redelijk drukke weg. Stoplichten, veel auto's, veel mensen.
Terwijl ik langs een grote terreinwagen loop draait een van de zwarte dames in de auto het raampje omlaag en roept over straat: 'yeah! white girl has ass! you go girl!'. Het duurt even voordat ik door heb dat het om mij gaat. Dan buigt ook de berijdster zich naar het raampje: 'look at that! shake it baby!' Heupwiegend (lees:kontdraaiend) loop ik door. En moet ik vijf blokken lang hardop lachen.

Never leave without a phonenumber!

Les 1 in New York, ongevraagd edoch herhaaldeijk gekregen van de taxichauffeur die me van het vliegveld naar 'huis' bracht: 'never ever go somewhere without taking a phonenumber!'.

Ik dacht namelijk dat het wel voldoende zou zijn om gewoon een adres te hebben. Zo van: hier moet ik naar toe, kan jij daarheen rijden en mij daar afzetten? Maar hij wist dus niet precies waar het was. En toen wilde hij bellen, want dan kon hij de kortste route vragen.
Toen hij na drie keer herhalen eindelijk begreep dat ik geen nummer bij me had vroeg hij me of ik al eens eerder op reis was geweest? En hoe ik dat dan gedaan had, zo zonder nummer? Nou ja, gewoon dus. Aan iemand de weg vragen of met een taxi gaan die de weg weet...Waarna hij me begon uit te leggen dat dat toch echt niet meer kon, want stel nou dat die persoon er niet was, hoe moest dat dan? Hijzelf kwam uit Senegal (nou dus! Jullie redden je toch ook zonder telefoons?) en hij had altijd een nummer bij zich.

Uiteindelijk hebben we het toch gevonden. Samen. En met hulp van de computer.
En toen was ik er.