Pijn doet rare dingen met je. Het maakt dat je je nergens anders meer op kan concentreren. De wereld om je heen is opeens stukken minder belangrijk, het enige dat aandacht vraagt, zijn de steken, het bonzen of de druk. Ik heb het niet over emotionele pijn, dat is weer van een andere orde. Ik heb het over echte, lichamelijke pijn. Het gevoel dat maakt dat je midden in de nacht opeens tot actie wil overgaan, om er maar vanaf te komen. Of waardoor je iedere dag het gevoel hebt dat iemand je speldenprikjes over je hele lijf toedient. Hoofdpijn waardoor je voortdurend bliksemflitsen denkt te zien.
Ik ken mensen die voortdurend pijn hebben, zelf heb ik er gelukkig weinig last van. Eens in de maand een flinke hoofdpijn, suffe ongelukjes die waarschijnlijk voorkomen hadden geworden. En wekelijks spierpijn van de yoga, maar dat voelt dan zogenaamd weer 'goed'.
Des te vreemder is het dat je je soms bewust in de pijn stort. Om iets aan jezelf te verbeteren. Een ingegroeide teennagel, spataders of, zoals in mijn geval, een nieuwe kies. Redenen genoeg om de keuze te maken het aan te gaan, maar op le moment suprème, en in de aanloop ernaar toe, vroeg ik me toch plotseling af waarom ik dat nou zou doen. Waarom zou ik mijn lijf, dat prima functioneert, zich soepeltjes voortbeweegt en zonder veel problemen mijn leven leidt, opeens in die wezenloze staat van zijn brengen? Waarom zou ik me bewust in een avontuur storten waardoor ik nachten niet slaap (van de pijn, niet om andere redenen), ik allerlei nare middeltjes moet sllikken en ik mijn focus op de rest totaal kwijt raak? En dat, terwijl al die mensen die dagelijks pijn hebben er alles voor over zouden hebben om mijn gezonde, imperfecte maar pijnloze, lijf te mogen hebben. Beschaamd moest ik bekennen dat er in dit geval maar één antwoord geldt: ijdelheid.
Wie mooi wil zijn moet pijn lijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten