Eens in de zoveel tijd herlees ik Bill Brysons A Short History of Nearly Everything. Deels omdat ik de meeste inhoud dan alweer vergeten ben, deels omdat ik het steeds weer bijzonder vind om me te realiseren wat het allemaal inhoudt. Met 'het' bedoel ik dan in feite alles, zoals ook de titel van het boek impliceert. Alles: het heelal, de sterren, de aarde, de deeltjes, de celkernen, het Higgsveld. Uiteindelijk gaat Alles volgens mij om de nietigheid der dingen.
Er zijn naturlijk al tig (meer wetenschappelijkere) boeken hierover geschreven, net zoals er talloze films en documentaires zijn waarin het ons wordt uitgelegd (een soort soft-porno versie is What the bleep do we know?). Deze week zag ik De Bovenkamer, een televisieprogramma van Teleac waarin Jan Jaap van der Wal praatte met Robbert Dijkgraaf over het heelal. Dankzij Bills boek wist ik het eigenlijk wel al. Maar het liet me weer realiseren hoe bizar het allemaal is. In dit geval is 'het' iets specifieker. In dit geval gaat 'het' om ons. De aarde, de mensen, het gedoe. Als de zon een grapefruit is, zijn wij een peperkorrel in ons sterrenstelsel, en om ons heen is een oneindig grote ruimte waarvan wordt vermoed dat het slechts een klein deel is van een nog grotere ruimte. En daar zijn we dan. We maken ons druk, vaak om gekke dingetjes. We leven, planten ons voort, doen ons ding.
Aan de ene kant maakt het me licht misselijk, om me bewust te worden van mijn nietigheid. Ik kan me zorgen maken over de dag dat de zon ontploft, tot ik me realiseer dat ik mag hopen nog zestig jaar mee te mogen maken van de 75.000 die 'we' nog hebben. Dan word ik me opeens vooral bewust van mijn eigen eindigheid. Aan de andere kant maakt dat besef dat ik alles uit wil halen wat er in zit. Nu! Gelukkig vergeet ik relatief snel wat ik allemaal gelezen heb en kan ik terug naar de gekke dingetjes om me druk om te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten