zaterdag 13 maart 2010

Spijt

Het was 3 januari, tien uur 's ochtends. De dagen ervoor had het gesneeuwd, Amsterdam lag bedekt onder een donzen witte laag. Het was stil op straat. Mensen schuifelden langzaam vooruit, nog niet gewend aan de frisheid van het nieuwe jaar. Ik stak fietsend het lege Waterlooplein over richting de Staalstraat. Het was rustig. Terwijl ik het bruggetje op fietste zag ik in de verte een man lopen. Hij was lang, smal, en liep fier richting de Stopera. Verder was er niemand. Een paar meter verder herkende ik hem. Terwijl ik langzaam de brug af fietste zag ik opeens hoe mooi het moment was: de kou, de helderheid van een besneeuwde ochtend, de beloftes van het nieuwe jaar. En die twee mensen in dat smalle straatje. Even schoot een zin door mijn hoofd. Zou ik hem gelukkig nieuwjaar wensen? Geremd door angst en beleefdheid die bij volwassen zijn horen deed ik het niet. Ik knikte alleen. Een tel later had ik al spijt. Wat zou het een mooi moment zijn geweest. Ik probeerde de teleurstelling over mijn eigen angst te verwerken door mezelf te beloven dat ik het volgend jaar dan wel zou zeggen.
Afgelopen week werd die belofte teniet gedaan. Nooit zal ik nog eens de kans krijgen om tegen Job Cohen te zeggen: 'Gelukkig nieuwjaar, Burgermeester!'

Geen opmerkingen: