zaterdag 26 maart 2011

Teddy

In principe zijn er maar drie dingen nodig om mij gelukkig te maken. Een podium. Een man. Een instrument. De intensiteit van het geluk kan afhangen van de intimiteit van het podium, de aantrekkelijkheid van de man en het soort instrument - vooralsnog word ik gelukkiger van piano en gitaar dan van triangel, maar daarmee wil ik niet uitsluiten dat er ooit een geweldig goede, en wellicht aantrekkelijke triangelspeler zal zijn die mij tot in het diepste puntje van mijn ziel weet te raken.
Vooralsnog zijn het echter vooral piano's en gitaren die het 'm doen. Ik vind dat niet teveel gevraagd. Zeker niet als ik in het ergste geval - groot podium waar ik op grote afstand van sta, lelijke man die niet kan zingen en vals instrument - alsnog geroerd kan raken door de knulligheid ervan.

Deze avond had echter goede variabelen, zowel qua podium, man als instrument, en was ook nog eens op een bijzondere locatie, het Rubin Museum of Himalayan Art, waar maandelijks de Naked Soul avonden worden georganiseerd. Avonden waarop er op het podium niet meer staat dan een man (en soms vrouw, denk ik) met een instrument, en misschien een microfoon. In dit geval stond de microfoon niet aan. Hij stond er wel, zodat de artiest ergens achter kon staan, maar hij deed het niet. De zaal kon het hebben.

Teddy Thompson, de man in kwestie, stond ongelofelijk nonchalant te wezen. Spijkerbroek, dun vest, long sleeve t-shirt en gitaar. Alsof hij tijdens het joggen door Chelsea langs het museum was gerend en bedacht dat hij eigenlijk net zo goed even kon gaan spelen. De eerste liedjes speelde hij zonder ook maar een woord uitleg te geven. Hij leek een beetje ongemakkelijk, daar in zijn eentje op dat grote podium. Maar langzaam kwam hij steeds meer los, vertelde dat hij eigenlijk geen playlist had, en moest herhaaldelijk zijn iPod erbij halen om te kijken hoe zijn eigen liedjes ook alweer gespeeld moesten worden. Hij was net terug uit Californië, wat hij zelf verklaarde als reden voor zijn relaxedheid.

Ik realiseerde me dat ik, hoewel ik zijn muziek al jaren ken en graag luister, geen enkele tekst ken, en alleen maar melodieën herken. Die dan wel weer lekker meeslepend zijn. Ik ken ook geen enkele titel uit mijn hoofd, zoals andere bezoekers die Teddy probeerden te helpen bij het kiezen uit zijn repertoire. "No, can't do that one without band". "That one is too difficult to sing alone." "I haven't sung that in a long time, don't remember the lyrics."

Door het wegvallen van alle opsmuk, bleef er niet veel meer over dan zijn teksten. En nu pas, voor de eerste keer, hoorde ik hoe groot het verlangen en de deceptie aanwezig zijn in zijn liedjes. Hij wil haar weg hebben, mist haar, voelt zich afgewezen, vraagt zich af wat ze nog samen doen. Teddy's liedjes gaan bijna allemaal over de liefde! En dat maakt hem natuurlijk alleen nog maar nóg leuker!



En een van mijn favorieten:

Geen opmerkingen: