dinsdag 29 juni 2010

Vuil

Een tijd geleden werd Amsterdam bedolven onder het vuilnis. Hopen etensresten, inboedel, en ander niet nader te benoemen troep mengden niet alleen met elkaar, maar ook met de stad. Wind en regen bliezen papiertjes, plastic zakken en ander licht vuil over straten en langs grachten. Wanneer de zon lichtelijk scheen was het raadzaam om met ingehouden adem langs deze bergen te fietsen, zeker toen de weeïge geur steeds penetranter werd. Toeristen raakten geïrriteerd omdat hun standaard kiekjes van Dam en pleinen werden verpest door de hopen troep naast en onder hun schoenen. Oude vrouwtjes bleven met hun rollatorwieltjes hangen tussen de zakken die door buurtbewoners al dan niet achteloos op ongereguleerde wijze werden neergezet.

Het deed me denken aan Afrika, waar langs iedere weg in de berm soortgelijke taferelen te zien waren. Reisgenoten verzuchtten dan soms dat het toch niet te begrijpen was dat mensen in zo'n zooi konden leven. Hoe verschrikkelijk triest, hoe treurig. En waarom zouden wij met zijn allen zo milieubewust recyclen als men hier zo ondoordacht met zijn afval omging? En zie: wanneer onze vuilnismannen staken, vervuilen we net zo snel, of misschien wel sneller. Makkelijk om te oordelen, als je eigen situatie door anderen goed geregeld is.














Het afval in Amsterdam zorgde voor een nieuw soort nonchalance: als je je papiertje niet in een prullenbak kan gooien omdat die al vol is, dan gooi je het toch gewoon op straat. Talloze mensen lieten zonder op of om te kijken iets uit hun handen vallen. Toen de mannen echter weer aan het werk waren en alles binnen een paar dagen weer uit ons zicht hadden verwijderd, bleek dat dit gedrag hardnekkig bleef. Alleen de houding veranderde. Waar tijdens de staking nog lichtelijk beschuldigend naar de hopen werd gekeken (en soms zelfs gewezen, alvorens het desbetreffende plasticje op de grond te gooien), deden mensen het nu min of meer stiekem. Ze trokken hun schouders een beetje op, zwaaiden met hun hand langs hun been, en lieten vervolgens dat wat ze vast hielden los.

Mijn punt? Dat we allemaal hetzelfde zijn, ongeacht in welk continent we wonen. Dat het fijn is dat we hier geld uitgeven aan vuilnismannen. En dat er niets mis is met een beetje afval. De stad voelde 10 dagen lang een beetje rauw en recalcitrant. Lekker.

Geen opmerkingen: