Ik zag Wiek, van Boukje Schweigman, waar ik al eerder over schreef. Boukje maakt prachtige voorstellingen, waarbij je je blijft verbazen over wat er nu weer gebeurt. Net als deze keer.
Ik had de voorstelling graag tijdens Oerol gezien, op het strand van Terschelling, maar toen dat uiteindelijk niet lukte, was ik blij met een herkansing op het Over het IJ festival. Geen eindeloos strand en duinen dus, maar de ruwe omgeving van de oude scheepswerf, de grauwe lucht boven het IJ, de klanken van aangrenzende voorstellingen en de kou van een zondagavond in juli.
In het prachtige decor van Theun Mosk bewegen drie meisjes.
Eerst nog onschuldig en lichtelijk verdwaasd. Dan opgejaagd door de wiek die hen steeds weer inhaalt. Steeds weer als ik me afvraag hoe deze scène zal stoppen, en wanneer, krijgt het een onverwachte wending die achteraf gezien niet anders had gekund. Wanneer je zelf langzaam moe en duizelig bent van het draaien, rennen en springen, vallen ze plotseling stil. Lijken ze wormpjes, die onopgemerkt hun gang kunnen gaan. Uiteindelijk gaan ze het gevecht aan, en draaien ze tegen de wiek in hun eigen rondjes.
In een fijne ontroering om zoveel moois verliet ik Amsterdam Noord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten