vrijdag 27 augustus 2010

Onderweg

Er is altijd een moment van stress. Vaak nog voordat de voordeur in het slot valt. Alle bagage ligt verspreid door het huis, gesorteerd in stapels die ooit logisch leken, maar dat al lang niet meer zijn. De kat blijkt telkens weer te zijn gaan liggen op de volgende stapel die ingepakt moet worden en mauwt verontwaardigd als ze aan de kant geschoven wordt. Langzaam verdwijnt de chaos in tassen. Dan blijkt: het huis is er nog niet aan toe. Het moet nog worden schoongemaakt, aangeraakt, voor het laatst gezien worden, voordat de deur in het slot valt.

De dag die zesendertig uur zal duren begint al voordat er geslapen is. Een paar onrustige uren later - want stel je voor dat na al die tijd de wekker juist vandaag dienst weigert - begint de reis. Een vroege, koude ochtend op het station, met mensen die met de slaap nog in hun ogen op weg zijn naar hun werk. Langzaam krijgt de vrijheid ruimte in je hoofd. Jij hoort niet bij hen, jij bent onderweg.

Dan volgen uren van zitten en wachten. Wachten tot je het vliegtuig in mag, wachten tot het vliegtuig landt, wachten tot de volgende gate opent en weer wachten. Je benen strekken door het smalle gangpad, hangen in terminals waar huilende kinderen je beginnende hoofdpijn verergeren. Koffie helpt op een bepaald moment niet meer. Slapen lukt alleen in pijnlijke houdingen. Bij aankomst voelt het alsof je nog steeds vliegt. Voor het eerst sinds uren adem je frisse lucht in. De stad die voor je ligt is nieuw en vreemd en de vermoeidheid veroorzaakt een licht angst voor het onbekende. Maar je weet: je moet slapen, en de dag aflsuiten. Wanneer je lijf eindelijk ligt, voel je pas hoe moe je echt bent. Je gedachten razen nog een tijdje door, denkend aan de wereld die je achter je liet en aan wat je te wachten staat, totdat je eindelijk in een comateuze slaap valt.

Geen opmerkingen: