zondag 22 januari 2012

Poëzie

Ooit begon ik mijn leescarrière met Pinkeltje en Wipneus en Pim, om vervolgens de geschiedenis in de te duiken met de boeken van Thea Beckman. Mijn eerste "volwassen" boeken waren de mysteries van Agatha Christy. Maar achttien jaar geleden zette ik mijn eerste stappen in de Nederlandse literatuur. Wolkers, Mulisch, Couperus.

De pauzes op mijn middelbare school bracht ik door in de bibliotheek, waar ik dan gedichten ging lezen en spreuken opzocht. Een van de weinige gedichten die ik nog helemaal uit mijn hoofd ken is het bekende liefdesgedicht van Herman Gorter. Door zijn Mei kwam ik niet echt heen, maar Zie je vond ik prachtig. Het appelleert natuurlijk enorm aan alle puberale verliefdheden - althans, die van mij - waarin je vooral bewondert, maar nog niets durft. Ik stelde me de dichter voor, wanhopig gedreven door de liefde. Hij wil zo graag, maar durft het niet, hoe kan hij zijn enorm intense gevoelens uiten? Hoe kan hij in godsnaam laten zien wat hij voelt? Hij zit buiten, kijkt naar de zon en pakt pen en papier..

Een tijdje geleden vertelde iemand me over een parodie op Gorters gedicht, die Ingmar Heytze in 2001 schreef. Het is een prachtige opvolger voor de puberale verliefdheid: de cynische volwassenen die na alle gedoe langzaam door heeft dat je het niet mooier moet maken dan het is, en dat iedere relatie uiteindelijk ook weer uit gaat. En weer zie ik de gekwelde dichter voor me. Gedesillusioneerd na weer een verbroken relatie, alleen in een nieuwbouw huisje met geleende spullen. Van vrienden heeft hij net gehoord dat ze al een nieuwe vriend heeft, een oude jeugdliefde, en hij zit daar, drinkt zijn whisky en pakt zijn laptop..

ZIE je ik hou van je,
ik vin je zoo lief en zoo licht --
je oogen zijn zoo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

En je neus en je mond en je haar
en je oogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.

Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
ik hou zoo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen --
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Herman Gorter


HOOR eens ik haat je
ik schreef dat je lief was en licht -
en nog wat onzin over je gezicht
maar nu haat ik je, god wat haat ik je.

Die neus, dat hoofd, die paardenbek,
die ogen en die gierennek
dat kraagje en dat bloemkooloor
met al je slierten haar er voor.

Hoor eens ik wou graag zijn
jou, maar het kon niet zijn,
het licht is uit, ik zie je alsnog
zoals je werkelijk bent.

O ja, ik haat je,
ik haat je zo vreselijk,
ik wou het helemaal niet zeggen -
maar ik moest het even kwijt.

Ingmar Heytze

1 opmerking:

movie friend zei

Hee, van DEZE liefde wist ik niet! (De liefde voor de poëzie.)
Die Heitze-variant is echt leuk!
Ik realiseer me, terwijl ik even naar de keuken loop om koffiewater op te gieten, dat ik vooral van DONKERE poëzie houd; Elschot, mijn eigen gedichten/bewerkingen; Shakespeare, John Donne, John Keats.