Als ik aan de zondagavonden van vroeger denk, dan denk ik aan met natte haren op de bank meekijken naar studio sport, met de o zo bekende commentaarstem van weet-ik-hoe-die-vent-heet, terwijl mijn broertje en vader gespannen naar de samenvattingen keken en mijn moeder en ik commentaar leverden op de uiterlijkheden van de voetballers. We hadden dan al tosti's gegeten (op zondag aten we altijd in de vroege middag warm, wat in mijn pubertijd dus vlak na het wakker worden werd. Eerst een kopje thee en dan soep), en de week werd afgesloten.
Na het voetbal kwam het nieuws en dan... Koot en Bie. In het begin begreep ik de humor nog niet helemaal, en was het vooral de uitbundige lach van mijn vader - die we niet zo vaak zo zagen lachen - waar ik om mee lachte. Later lachte ik om de typetjes, en hun onhebbelijkheden. Koot en Bie vormden naast Freek de Jonge mijn begrip over wat humor(istisch) was. En droegen ook voor een groot gedeelte bij aan mijn typische zondagavond gevoel.
Coen Verbraak maakte een driedelige serie over dit geweldige televisie (en radio) duo, genaamd Van Kooten en De Bie sloegen weer toe! Ik keek uit nostalgie, maar realiseerde me geleidelijk hoe geweldig hun programma's waren. In de documentaire vertellen ze over het ontstaan van hun typetjes, hun programma's en hun vriendschap. Wat allemaal leuk en interessant is, maar uiteindelijk wordt je toch het blijdst van de oude fragmenten. Van de Tegenpartij, De Vieze Man, de Duitse Leraar. Hoewel ik uit nostalgie opeens weer even terug verlangde naar die zondagavonden op de bank, realiseerde ik me nu ook dat ik toen nooit geheel had gezien hóe goed ze waren. Gelukkig zag ik dat nu wel. En ik realiseerde me dat geen Toren C of Koefnoen op kan tegen Koot en Bie.
Wellicht word ik oud, of ben ik in ieder geval al oud genoeg om terug te mogen verlangen naar vroegere tijden. Maar het kan misschien ook wel dat sommige dingen echt vroeger beter waren. Ik hoef de gulden niet terug, ik mis Loekie niet, en ik vind het internet een fijne uitvinding. Maar mooie sketches, van vier, vijf minuten, gemaakt in een of twee 'schnits', zoals de cameraman zo trots vertelde, waarbij het niet zozeer gaat om bizarre situaties, als wel om de mensen, die je buren zouden kunnen zijn, en hun interactie. Die mogen van mij direct terug op televisie. En het liefst met Van Kooten en De Bie in de hoofdrol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten