donderdag 16 juni 2011

Herzog

Jaren geleden zag ik tijdens een zaalwacht dienst bij het IDFA de film Mein Liebster Feind, van Werner Herzog over zijn relatie met de explosieve acteur Klaus Kinski. Herzog begint met zijn verhaal in zijn eigen jeugd, wanneer hij met zijn moeder in een kamertje in een huis in Munchen woont en Kinski een van zijn buren blijkt te zijn. Hun eerste kennismaking vindt plaats wanneer Kinski in een driftbui door het huis dendert en ongenuanceerd letterlijk met de deur komt binnenvallen terwijl de familie Herzog aan het avond eten zit. Jaren later vraagt hij de acteur, die bekend staat om zijn heftige uitvallen, om in zijn film Aguierre, der Zorn Gottes te spelen. In Mein Liebster Feind toont Herzog de gekte van een getalenteerd acteur, die hij bewondert, adoreert en haat. Een man die hem dood wenst wanneer het ontbijt in de Peruaanse jungle wederom pap blijkt te zijn, maar die hem ook lief heeft. De wrange vriendschap tussen de twee mannen ontroerde me, de gekte intrigeerde me.

Na het zien van deze film was ik dan ook Herzog verslaafd. Zijn vroege werk staat al jaren in mijn kast te wachten tot ik er echt voor kan gaan zitten, zijn latere films heb ik allemaal gezien. Steeds weer zoekt hij een passie, een gekte op, om gedurende de lengte van de film uit te zoeken hoe de persoon in kwestie nou in elkaar steekt. Uit duizenden uren materiaal schetste hij een prachtig portret van Timothy Treadwell in Grizzly Man. In Encounters at the End of the World gaat hij op zoek naar de drijfveren van de mensen die naar de Zuidpool trekken om daar te werken en te leven.



En nu is daar Cave of Forgotten Dreams, over de krijttekeningen in de grotten van Chauvet in Frankrijk. Ik had me er zo op verheugd. Veel films van Herzog kenmerken zich door zijn voice-over in een ongelofelijk charmant Engels met Duits accent. Hij geeft zijn films meer diepte door zijn eigen gedachtengang toe te voegen aan zijn beelden, waardoor je als kijker niet alleen de resultaten van zijn zoektocht ziet, maar ook de zoektocht zelf beter leert begrijpen.

Maar in deze film raakte hij me kwijt. Ik wilde wel, en misschien had de borrel die ik voor de film verlaten had ook zo zijn uitwerking, maar het lukt me niet om er in te komen. Hoewel de beelden prachtig zijn en Herzog en zijn team weer alles uit de kast hebben gehaald om de eeuwenoude twee dimensionale tekeningen tot leven te laten komen, raakte hij me deze keer steeds weer kwijt door zijn filosofische benadering van het geheel. De links die hij legt om zijn verhaal kracht bij te zetten gaan me te ver, de moeite die hij doet om het verleden te doen herleven is te groot. In dit geval had ik misschien - voor het eerst - iets minder van zijn zoektocht willen zien. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de tekeningen echt onwaarschijnlijk mooi zijn, en dat zijn driedimensionale weergave ervan ze tot hun recht laat komen.

De albino krokedillen op het einde van de film blijken gelukkig een ander verhaal te hebben dan wat Herzog in zijn film vertelt. En dat brengt me dan weer terug op waarom ik hem als filmmaker zo interessant vind: hij gebruikt alles om het verhaal te vertellen wat hij kwijt moet, ongeacht de waarheid:

Facts per se are not so interesting for me. Facts do not illuminate; they create norms. The Manhattan phone directory has 4 million entries which are factually correct, but as a book it doesn't really illuminate you. I've always said we have to look beyond realism, beyond facts. We have to dig into a deeper stratum of truth which is somehow deeply inherent in cinema but which is very hard to find and to create. I'm looking for moments that are somehow illuminating. In some of my films, I hope there are a few moments where you feel almost illuminated, like in a state of ecstasy, stepping out of yourself, beyond yourself and perceiving something which is only, in the case of cinema, possible in collective dreams.

En dat dan in dat geweldige charmante accent.

Geen opmerkingen: